hoevenaar-art-museum-portret-cornelis-willem-hoevenaar-sr
Cornelis Willem Hoevenaar sr

Hoevenaar Kunstschilders

Als een rode draad loopt de schilder- en tekenkunst en vaardigheid door het Culemborgse geslacht Hoevenaar. Het lijkt deel uit te maken van hun genen. De eerste bekende kunstschilder was Pieter Hoevenaer (geb. vóór 1600, overleden ná 1637) In 1622 was hij meester van het St. Lucasgilde te Delft. Hij woonde en werkte in Rotterdam. Het Rotterdams Historisch Musem bezit een schilderij van hem. Vier generaties later is er Adrianus Hoevenaar sr. (1732-1793), Utrechts Notaris-Procureur en vooraanstaand patriot Hij stond aan het hoofd van de Utrechtse Kunstbroederschap. Vooral door zijn medewerking kwam er een “grooter locaal”, bij welke gelegenheid hij, als “oudste inspekteur”, in de zaal voor het “tekencollegie” boven het stadszegelhuis, op 8 januari 1778 een inwijdingsrede heeft gehouden. In deze inwijdingsrede behandelde hij uitgebreid de Utrechtse kunstschilderhistorie. Volgens Kramm was hij een goede tekenaar maar maakte vooral naam als glasetser. Zijn zoon Adrianus Hoevenaar jr. (1764-1793) trad ook in de kunstzinnige voetsporen van zijn vader, een amateurtekenaar en -schilder. Hoofdzakelijk echter kreeg hij bekendheid als glasgraveur. De zonen van Adrianus Hoevenaar jr., Willem Pieter Hoevenaar (1808-1863) en Cornelis Willem Hoevenaar sr. (1802-1873) werden bekende Utrechtse kunstschilders en tekenaars evenals de zoon van Willem Pieter n.l. Jozef Hoevenaar en de zoon van Cornelis Willem Hoevenaar n.l. Cornelis Willem Hoevenaar jr. Deze vier kunstschilders waren allen lid van het Teken- en Schildergenootschap Kunstliefde te Utrecht.

Diverse latere nazaten van Adrianus Hoevenaar jr. beoefenden ook de schilder- en tekenkunst, maar kwamen niet tot bekendheid. Hun werken zijn echter ook opgenomen in dit Hoevenaar Art Museum

Hans Hoevenaar, 2019