Cornelis Willem Hoevenaar sr. werd op 22 december 1802 in Utrecht gedoopt als zoon van de schietschuitschipper Adrianus Hoevenaar jr. en van Maria Josepha le Fevre. Hij behoorde tot een geslacht van schilders en tekenaars. Ook zijn vader Adrianus Hoevenaar jr., zijn grootvader Adrianus Hoevenaar sr., twee van zijn broers Willem Pieter en Nicolaas Ludolph, zijn zoon Cornelis Willem jr. en zijn neef Jozef beoefenden de schilder- en tekenkunst. Hij werd als schilder opgeleid door Christiaan van Geelen, die ook leermeester van zijn broer Willem Pieter was. Hoevenaar schilderde met name kerkinterieurs, genrestukken en stillevens. Hij woonde en werkte in zijn geboorteplaats Utrecht. Vanaf 1847 was hij lid van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Zijn zoon Cornelis Willem werd door hem opgeleid tot kunstschilder. Werk van Hoevenaar is te vinden in de collectie van onder meer het Centraal Museum te Utrecht. Ook in de collectie tekeningen en prenten van het Utrechts Archief zijn diverse van zijn werken te vinden. Cornelis Willem graveerde ook een enkele keer in glas.
Op 8 april 1838 trouwde hij met Elisabeth Weegenaar. Hij overleed in juli 1873 op 70-jarige leeftijd in zijn woonplaats Utrecht.